‘Op naar nummer 100!’

‘Processen onder controle, financieel gezond.’ Hans Wamelink, voorzitter van de Stichting Vastgoedonderhoud (VGO), begrijpt wel waarom het aantal VGO-bedrijven blijft stijgen. ‘Met het VGO-keur zijn onderhouds- en renovatiebedrijven een waardevolle partij voor potentiële opdrachtgevers.’

Meedenkers en adviseurs

‘In steeds meer uitvragen wordt het VGO-keur als vereiste opgenomen. Logisch, want veel woningcorporaties kiezen voor een regisserende rol. Dat betekent dat zij taken en verantwoordelijkheden verleggen naar het onderhoudsbedrijf. En dus zoeken ze een partij die meedenkt en adviseert over beheer en onderhoud van hun vastgoed voor de middellange en lange termijn. En niet uitsluitend uitvoerders van bijvoorbeeld alleen schilderwerkzaamheden.’

Trend

‘Woningcorporaties lopen voorop als het gaat om resultaatgericht samenwerken (RGS).’ Toch constateert Wamelink dat ook andere sectoren gaan bewegen. ‘Steeds meer onderwijsinstellingen gaan de RGS-werkwijze omarmen. En diezelfde trend zien we ook in de zorgsector.’

Verplichte voorwaarde

Van Wamelink mag het VGO-keur een verplichte voorwaarde zijn om in aanmerking te komen voor een RGS-opdracht. ‘De RGS-aanpak is een andere manier van samenwerken. Het keurmerk biedt opdrachtgevers de zekerheid dat het VGO-bedrijf die werkwijze beheerst.’

Misverstand

Dat brengt hem op het grootste misverstand. ‘Het VGO-keur is geen productcertificering, maar beoordeelt het bedrijfsproces. Daarbij wordt gekeken naar het organisatievermogen, de aanwezige kennis, de klanttevredenheid, de kwaliteitsbeheersing tijdens de projectuitvoering en de financiële robuustheid van het bedrijf.’

Extern én intern

Niet alleen extern heeft het VGO-keurmerk een waarde. ‘Veel bedrijven die het VGO-keur aanvragen, doen dat niet alleen om hun marktpositie te verbeteren. Voor velen is het ook een prikkel om hun interne bedrijfsprocessen naar een nog hoger plan te brengen en hun eigen organisatie verder te professionaliseren.’

Uitdagen

Toch verwacht Wamelink niet dat, ondanks de geschetste ontwikkelingen, het aantal VGO-bedrijven op korte termijn explosief zal toenemen. ‘Het kost tijd om het keurmerk te halen. Zo’n audit moet je goed voorbereid ingaan. Ook bedrijven die het al hebben, moeten zich telkens weer bewijzen. Daarnaast dagen we ze uit om mee te denken over de toekomst van het keurmerk. Hoe kunnen we bijvoorbeeld circulariteit en verduurzaming een plek geven?’

Mijlpaal

Volgend jaar zal naar verwachting het 100ste VGO-keurbedrijf worden verwelkomd. ‘Een mooie mijlpaal. Hopelijk is het een bedrijf in Twente of Limburg. Ook al is het VGO-keur al lang geen ‘Randstad-ding’ meer, in die regio’s zou ik graag nog meer VGO-bedrijven op de kaart van Nederland willen zien.’